bleef maar zingen spectrum 4 PZC Zaterdag 25 april 2009 Dat ene vogeltje H et was het mooiste weer van de wereld. Op Koningin nedag 1999 was het gezellig druk op de braderie in Zwaagwesteinde. Ineke Schotanus-Vaatstra (43) woonde aan de route en had de tuinstoelen op de oprit ge zet. Familie en vrienden kwamen langs voor soep en een broodje. „Daar heb ik Ma rianne voor het laatst gesproken. Voor jul lie huis", zegt Aafie Kloosterman (27) te gen Ineke. Aafie ging die middag met wat vrienden naar Kollum. Haar beste vriendin Marianne werkte bij de Poiesz-supermarkt in het dorp en zou pas 's avonds op stap gaan. De volgende ochtend zouden ze el kaar alles vertellen, spraken ze a£ Op zaterdagochtend 1 mei kreeg Aafie een telefoontje van Marianne's vader Bauke. Haar bed was leeg. Marianne was niet, zo als afgesproken, met de taxi thuisgekomen. Of ze bij Aafie was. Nee, zei Aafie en ze dacht direct: „Dit is niet best." Samen met haar toenmalige vriend en twee anderen stapte ze in de auto. In de berm langs de Keningswei bij Veenklooster stak een stuur van een donkerbruine herenfiets bo ven het gras uit. Het was de fiets waar Ma rianne die nacht op reed. Aafie durfde deauto niet uit. „Het voelde alsof ik in een film zat." Twee jongens zochten; achter een oude boom en wat struiken vonden ze Marianne. „Ik wilde daar niet heen. Ik heb je vader gebeld", ver telt ze Ineke voor het eerst. Bij iedere eerste mooie lentedag van het jaar krijgt Aafie nog altijd een benauwd ge voel. Ineke is weer terug in het vreselijke voorjaar van 1999 als ze dat ene vogeltje hoort fluiten, dat ze toen op weg naar de stille tocht hoorde. Dat vogeltje bleef maar zingen. Op vrijdagavond 7 mei togen twin tigduizend mensen uit heel het land naar Zwaagwesteinde. Iedereen zweeg. Ineke krijgt het nog koud als ze denkt aan het ge luid van al die voetstappen op de straatste nen. Voor het huis waar Marianne opgroei de, stond iedereen even stil. Witte ballon nen dreven weg. Marianne Imke Vaatstra werd geboren op 10 augustus 1982. Ineke was al 16 en ook haar twee broers en twee andere zussen waren jaren ouder dan het nakomertje. „Onzè moeder was echt haar moeder. Zij leefde voor haar huishouding, wij konden gewoon puber zijn." Toen Ineke trouwde, was Marianne 4 jaar. Ineke bleef vlakbij haar ouderlijk huis wonen. Ze ziet Marian ne nog op haar fietsje de hoek om komen sjezen. Aafie ontmoette Marianne jaren later in het dorp. Ze waren een jaar of 14 en het was zomer. Samen lagen ze in het gras bij het haventje in de zon te kletsen. De jon gens voetbalden een eindje verderop. De meiden smeerden zich in met olie. „Wij moesten bruin worden, natuurlijk." Samen stonden ze uren te tutten voor de spiegel. Marianne zong terwijl ze zich op maakte. Waarom werd dat tweede oog nooit zo mooi als dat eerste? Samen doken ze giechelend in een hokje om pasfoto's te laten maken. De weken duurden te lang, Tien jaar na de moord op Marianne Vaatstra vertellen haar zus Ineke en haar beste vriendin Aafie over hun leven met en zonder haar. „Als ik maar nooit vergeet hoe schaterend ze kon lachen." door Truus Duisterwinkel de weekeinden te kort. Ze mijmerden over vakanties en hun rijbewijs. Marianne wil de met de auto naar Strandheem bij Open de: dat was te ver op de fiets. Marianne bleef voor altijd 16. Hoe zou haar leven zijn verlopen als ze niet was ver moord, vraagt Aafie zich af. Wat voor kap sel zou ze hebben? „Dat was één groot ex periment." Van dreadlocks tot verschillen de kleuren verf Marianne probeerde alles, ze wilde zelf kapster worden. Na de zomer van 1999 zou ze beginnen op de kappers vakschool. Voor Aafie en Ineke is er een leven voor en een leven na de dood van Marianne. Daarvoor was alles mooi, zegt Aafie. „Maar dat beseften wij niet eens." Daarna werd het leven een last. „Het is nog onwerkelijk. Ze was nog maar 16, dat is zó jong", ziet Ineke, vooral nu haar eigen kinderen ongeveer diezelfde leeftijd hebben. Als haar oudste na een avondje uit thuiskomt, meldt hij zich af met altijd datzelfde zinnetje: „Ik ben er weer." Dat klinkt Ineke als muziek in de oren. In de woonkamers van Aafie en Ineke staat dezelfde foto van Marianne. Een meis je van 16, dat wat mijmerend wegkijkt. Het is een beeld dat niet in kranten heeft ge staan of op televisie is vertoond. Marianne lijkt al zo vaak van iedereen te zijn. Haar graf leek vooral het eerste jaar elke zondagmiddag wel een bedevaartsoord. „Ik voelde me er niet prettig", zegt Ineke. Mensen die Marianne nooit had gekend, kwamen kijken. Aafie zag ze voorbijlopen als zij er een sigaretje zat te roken. Het is nu een mooie, rustige plek. Toevallig zaten Aafie en Ineke laatst tege lijk bij de kapper. Aafie twijfelde. Zou ze een pony in haar haar laten knippen? Ine ke zei dat ze het eens moest proberen. „Ach kind, doe het gewoon." En Aafie deed het. „Het was alsof Marianne naast mij zat. Zo voelde het bijna. Zo mooi." Marianne was een optimist. Aafie kon aar zelen. Marianne zei dan: „Kom op, het wordt hartstikke leuk." Ineke herkent het en lacht. Aafie: „Marianne kon dat ook. Als ik maar nooit vergeet hoe schaterend ze kon lachen." Toen Aafie in verwachting was van haar eerste kind, was ze benieuwd hoe Marian nes zussen en haar moeder zouden reage ren. „Marianne zou een gat in de lucht heb ben gesprongen." Ineke vond het fantas tisch, maar ze moest toch even slikken. foto ANP Heel even dacht ze: „Onze Marianne heeft dat niet." Aafie mocht de wieg van Ineke lenen. Die behandelde ze als porselein. Vlak nadat Aafie zelf een dochtertje kreeg, dacht ze aan Marianne's moeder. „Ik heb diep, diep respect voor haar." Het zal je maar gebeuren, dacht ze, dat het liefste wat je hebt, je wordt afgenomen. Wat voor mens kan zoiets nou doen, vraagt Ineke zich af Het kan toch niet, dat degene die Marianne's dood op zijn gewe ten heeft zonder zorgen verder leeft, vraagt Ineke zich hardop af „Zou hij ons kennen, denk ik wel eens? Zou hij dit le zen?" Aafie is hartstikke boos, maar weet niet op wie ze kwaad moet zijn. „Ooit komt het uit." Dan ziet ze in de rechtszaal wie haar vriendin heeft vermoord. Als ze dan maar niet denkt: „Natuurlijk, hij is het. Dat had ik op de eerste dag kunnen weten..." Drie jaar na de dood van Marianne liep Aafie vast. „Alles was veranderd." Vanuit een zorgeloos leventje belandde ze in een wereld van moord, politie en nieuwsgieri ge mensen, 's Nachts droomde ze steeds weer over die plek in het weiland bij Veen- klooster. Ze voelde zich alleen. Het was te veel voor een meisje van 17 jaar, zegt ze nu. Aafie kreeg hulp om alles te kunnen verwerken en Veenklooster werd steeds minder taboe. Op een zondagmiddag stap te ze in haar eentje in de auto en reed naar de plek waar Marianne gevonden werd. Wat daar gebeurd is, vindt ze nog steeds onvoorstelbaar. „Het is daar zo mooi." Ze zag al het gras, de bloemen en de bomen en de grote zwarte paarden in het weiland aan de overkant van de sloot. Weg is het verdriet natuurlijk nooit. „Stel dat Marianne vijf minuten om het hoekje kon kijken"-, zegt Ineke. Dan zag ze dat er euro's waren, dat iedereen een computer met internet heeft en ook een mobieltje. Dan zou ze tegen haar familie en vrienden zeggen: 'Kom op, jullie moeten verder', denkt Ineke. En ze zou ook zeggen: 'Wat ben ik nu bekend...'. En daar om lachen. reageren? spectrum@wegener.nl Onderzoek voortgezet Twee asielzoekers jiiit Irak en Afghanistan werden aan vankelijk verdacht van de moord op Marianne Vaat stra. Zij werden na dna-on- derzoek buiten staat van beschuldiging gesteld. Op 1 juli 2003 sloot het Openbaar Ministerie (OM) het onderzoek zelfs af. - In mei 2006 vroeg Kamer lid Hilbrand Nawijn om her opening. Minister van Justi tie Donner wees dat af. - Vorige maand maakte het OM in Leeuwarden echter bekend dat het onderzoek alsnog wordt voorgezet.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 94